~De Walnoot~

 
Met een walnoot wordt meestal gedoeld op de vrucht
van de okkernoot (Juglans regia), ook wel gewone
walnoot genoemd. De vruchten van andere soorten
in het geslacht Walnoot (Juglans) heten ook wel zo,
maar zijn in de praktijk minder vaak in de handel.

Botanisch-technisch gezien wordt de walnoot wel
beschouwd als een steenvrucht, dus geen noot,
in tegenstelling tot de eikel en de hazelnoot.


Walnoten passen heel goed in onze omgeving.
Deze boom komt veel voor op rivierdijken en bij boerderijen.
Vliegen en muggen worden uit de omgeving van de
boom geweerd. (Zeer nuttig bij de stallen van dieren!)
Ze geven veel schaduw af en zijn dan ook goed geschikt
om onder te zitten wanneer de temperaturen
´s zomers hoog oplopen.
Jonge walnootbomen beginnen vanaf 10 - 12 jaar
meestal pas vruchten te dragen, en er moet in de buurt een
andere walnootboom staan omdat ze bestuift
moeten worden
door elkaar, voordat ze vrucht geven!

 Waldorfsalade

Benodigdheden:
-1 kropje frisée of andere soort salade
-250gram selderijknol
-100 gram gerookte kipfilet
-1 kleine appel
-75gram stukjes walnoten

-3 eetl. koude kippenbouillon
-2 eetlepels slagroom
-1,5 eetlepel mayonaise
-2 eetlepels yoghurt
-1 eetlepel citroensap - Suiker

 
Bereiding:
Was en droog de sla. Scheur de friséebladen kleiner.
Snijd de geschilde knolselderij in kleine blokjes. 
Snijd de geschilde appel in blokjes.
Leg knolselderij- en appelblokjes in water waaraan
een scheutje citroensap is toegevoegd om verkleuren
te voorkomen. Snijd de kipfilet in dunne reepjes.
Roer mayonaise, room en kippenbouillon door elkaar.
Breng deze saus op smaak met zout en peper.

Walnuts (genus Juglans) are plants in the family Juglandaceae.
They are deciduous trees, 10–40 meters tall
(about 30–130 ft), with pinnate leaves 200–900 mm long
(7–35 in), with 5–25 leaflets; the shoots have
chambered pith, a character shared with the wingnuts
(Pterocarya) but not the hickories (Carya) in the same family.

The 21 species in the genus range across the north
temperate Old World from southeast Europe east to Japan,
and more widely in the New World from southeast Canada
west to California and south to Argentina.
The Latin name, Juglans, derives from Jupiter glans,
"Jupiter's acorn": figuratively, a nut fit for a God.