Dit kleine tengere schaapje is afkomstig van de
Shetland Eilanden. Daar zijn ruim 1000 jaar geleden
schapen door de Vikingen gebracht.
Deze zijn waarschijnlijk gekruist met schapen die al
op de eilanden waren. Door de geïsoleerde ligging
zijn de specifieke raskenmerken goed bewaard gebleven.
Het eerste onderzoek naar het Shetland-schaap
dateert uit 1790. Later volgden meer onderzoeken
en allemaal roemden ze de fijne, zachte wol.
In het begin van de twintigste eeuw werd het schaap
gekruist met andere rassen. Dat kwam de wolkwaliteit
echter niet ten goede. Men is zich toen gaan toeleggen
op het fokken van raszuivere schapen.
Raskenmerken:
Shetlandschapen zijn kleine, tengere dieren.
Ze zijn aangepast aan het leven in vrij barre omstandigheden
in een heuvelachtig landschap. Rammen hebben horens:
die zijn in ronde secties verdeeld en draaien in een
spiraal langs het hoofd vanuit een wijd uitstaande
basis. Ooien hebben geen horens. De spiraalvorm
neemt met de jaren toe. Neus en voorhoofd zijn
duidelijk apart te onderscheiden. De oren zijn klein
en staan vrij achteraan op het hoofd.
De poten zijn vrij dun en gemiddeld van lengte.
De staart is karakteristiek van vorm en lijkt op een
ankerblad: breed aan de basis, dan langzaam dunner
wordend en bij het eind smal uitlopend op een punt.
Verdere eigenschappen:
De schapen zijn bijzonder taai en kunnen met
weinig voedsel overleven. Ze zijn vruchtbaar,
lammeren vrij makkelijk af en leven lang.
Men kan drie Shetlanders houden in plaats van
twee schapen van een ander ras. Ze zijn lenig en
klauteren graag. Water kunnen ze als een hond van
zich afschudden. Hiermee voorkomen ze dat hun
vacht vervilt. Afhankelijk van het gebied en de
omstandigheden waar ze leven, weegt een
volwassen ooi ongeveer 35 tot 40 kg.
Een ram is wat zwaarder. Het vlees is kruidig,
van uitstekende kwaliteit en niet vet.
Verder zijn ze niet bijzonder gevoelig voor ziekten.
~ MEER INFO HIER EN HIER ~
Wol:
Het belangrijkste kenmerk van het Shetland-schaap
is de goede kwaliteit wol die zij levert.Ook komen
veel kleurvariaties voor: wit, veenbruin(moorit),
grijstinten, reebruin(fawn), donkerbruin en zwart.
De zwarte schapen komen niet veel meer voor.
Veel lammetjes die zwart geboren worden,
verkleuren later naar bijvoorbeeld grijs.
In de maanden mei, juni, juli gaat de vacht los
zitten en valt uit. Tenminste als die niet geschoren
of met de hand geplukt wordt.
De wol is goed te spinnen en verder te verwerken.
Vilten kan ook heel goed.
There have been sheep on the Shetland Isles
for a very long time. They have changed in response
to additions to the gene pool and the selection pressures
of their environment and their shepherds.
The classic Shetland probably dates from the 1700s.
Classified as a primitive breed, Shetlands are small,
fine-boned sheep belonging to the Northern
Short-tailed group. They have adapted to the
topographic and climatic conditions of Shetland for over
a thousand years. They are very hardy and have the
ability to thrive on low levels of nutrition.
They are prolific with a prolificacy of about 160%.
They are highly adaptable and succeed well in less rigorous
conditions off the Shetland Islands. There is a
considerable variation in height and weight of
sheep depending on feeding conditions.
For example hill sheep in Shetland, out-wintered
as lambs, have a live weight of about 22kg whereas
a park-fed ewe in the south of England averages 45kg.
A ram in peak condition could weigh as much as 65kg.
Rams may be horned or polled. Ewes are normally
polled but occasionally may develop short horns
that curve backwards.
i do love this breed of sheep, and their beautiful fleeces. I just noticed today how many lambs there are in the fields around about, spring has arrived.
BeantwoordenVerwijderenare they cute or what! A what a lovely scarf! I bought some raw fleece and washed it myself...it is so wonderful!!
BeantwoordenVerwijderenWhat beautiful faces and eyes!
BeantwoordenVerwijderenThank you for another informative post! I appreciate your efforts.
BeantwoordenVerwijderen